Ken je dat moment? Dat je op de grond zit, je veters wilt strikken, en je buik letterlijk in de weg zit? Nou, ik wel. Iedere ochtend weer dat gehijg, gepuf en dat innerlijke gescheld als ik mijn schoenen probeer vast te maken. Op een dag keek ik naar beneden (voor zover dat nog ging) en dacht: “En nu is het klaar!”
Ik had het he-le-maal gehad met die sluipende kilo’s. Je weet wel, die die zich stiekem in de nacht aan je heupen vastklampen alsof ze nooit meer weg willen. Die extra kilo’s die je cadeau krijgt van de overgang — als een soort hormonale grap waar niemand om lacht. Nou ja, ik ook niet dus.
“Iets” doen… maar wat dan?
Eerlijk is eerlijk, de sportschool is niet mijn ding. Alleen al het idee om 30 minuten op een loopband te moeten rennen, maakt me benauwd. Niet van het rennen, maar van de gedachte. En dan dat jonge grut dat daar fluitend gewichten staat te heffen terwijl ik er met een rode kop bij sta alsof ik elk moment ga ontploffen. Nee dank je. Been there, never doing that again.
Dus besloot ik het anders te doen. Gewoon lekker thuis, in m’n eigen veilige bubbel. Ik kocht een yogamatje, een kettlebell en twee dumbbells (lightweight natuurlijk – ik wil vet verbranden, niet met een hernia eindigen). Drie keer per week, een halfuurtje per keer. Niet te gek, geen geschreeuw van een personal trainer, gewoon op mijn tempo. En het allerbelangrijkste: het is vol te houden.
Fibromyalgie + overgang = goed plannen
Ik heb fibromyalgie. Dat betekent dat ik goed moet nadenken wat ik doe en hoe ik het doe. Geen gekke sprongen of push-ups tot ik erbij neerval. Ik doe vooral lichte grondoefeningen, rekken en strekken, beetje krachttraining – allemaal vriendelijk voor mijn lijf. Maar hé, ik doe het wél. En dat is al de helft van de winst.
Bewegen tijdens de overgang is zó belangrijk. Niet alleen voor dat beruchte buikje, maar ook voor die krakende gewrichten, je humeur en je energie. Want eerlijk? Alles voelt een beetje… stroever sinds mijn hormonen besloten dat feest te vieren zonder mij uit te nodigen.
Structuur = mijn redding
Om het allemaal vol te houden, heb ik een whiteboard in huis opgehangen. Daarop staat wat ik elke dag moet doen voor m’n lijf (en m’n hoofd). Opstaan om 7:00, sporten om 9:00, eten om 12:00, enzovoorts. Mijn gezin weet nu ook precies wanneer ik even me-time heb. En eerlijk: het geeft rust. Geen discussie, gewoon duidelijke afspraken met mezelf (en de rest van het huishouden).
Het klinkt misschien streng, maar voor mij werkt het. Die structuur zorgt ervoor dat ik niet terugval in het “oh ik doe het straks wel”-gedrag. En we weten allemaal: straks betekent vaak nooit.
Hallo intermittent fasting, dag snaaibuien
Daarnaast ben ik begonnen met intermittent fasting. Nee, niet omdat het hip is (hoewel, dat ook een beetje). Maar omdat het me helpt overzicht te houden: ik eet tussen 12:00 en 20:00 en de rest van de dag geef ik mijn lijf rust. Geen suikers, geen tussendoortjes – gewoon drie voedzame maaltijden in een afgebakend tijdsblok.
En nee, ik zeg niet dat jij dit moet doen. Ik zeg alleen dat het voor mij werkt. En dat is het belangrijkste: doe wat bij jóu past. Dat kan ook iets heel anders zijn.
Eten waar je lijf blij van wordt
Ik eet nu ongeveer 1500 kcal per dag. Geen extreme diëten, geen honger, gewoon bewust. Gelukkig ben ik geen echte snoeper (tenzij het PMS is – dan is chocola gewoon een basisbehoefte). Frisdrank? Laat ik staan. Koffie? Zwart en met mate – want te veel en ik vlieg nog harder dan m’n opvliegers me al laten doen.
Mijn favoriet? Water met een smaakje. Want eerlijk: alleen water, daar word je niet bepaald vrolijk van. Ik gooi munt, gember, citroenmelisse of kamille in een fles en zet ‘m koud. Of ik gebruik van die waterdrops met een smaakje. Super handig én lekker.
In de zomer doe ik plakjes sinaasappel of komkommer in een grote kan water. Ziet er ook nog fancy uit. Ja hoor, ik drink als een queen.
Beginnen is ruk, maar doorgaan loont
Laat ik heel eerlijk zijn: beginnen was een ramp. Elke ochtend dacht ik: “Waarom doe ik dit eigenlijk?” Mijn spieren protesteerden, mijn motivatie was ver te zoeken en mijn fibromyalgie lachte me uit. Maar ik heb mezelf elke ochtend figuurlijk een schop onder m’n kont gegeven: hup, naar boven, sportkleding aan, beginnen.
En weet je? Na twee weken werd het routine. Niet leuk, niet fantastisch, maar wel iets wat ik deed. En dat gevoel is goud waard. Niet alleen fysiek, maar ook mentaal.
Belangrijkste les? Lief zijn voor jezelf
Deze hele overgangsreis draait om één ding: lief zijn voor jezelf. Niet vergelijken met anderen, niet te streng zijn, en vooral niet denken dat je alles perfect moet doen.
Je hoeft niet zes keer per week naar de gym. Je hoeft geen superfood-smoothies met spirulina te drinken (wat is dat überhaupt?). Je hoeft alleen maar te luisteren naar je eigen lijf, te proberen wat werkt en… een beetje te lachen om hoe maf het allemaal soms is.
Tot slot: mijn tips in het kort
- Beweeg op je eigen tempo, 2-3 keer per week is top
- Doe het thuis als de gym je nachtmerrie is
- Maak een planning (whiteboard = gamechanger)
- Intermittent fasting kan helpen, maar is geen must
- Drink genoeg (en maak het lekker!)
- Vergeet die perfectie – het gaat om volhouden
- Spreek jezelf liefdevol toe als het tegenzit
En onthoud:
Je hoeft het niet allemaal in één keer goed te doen. Kleine stappen zijn ook stappen. En als jij vandaag je veters strikt zonder vloeken? Dan is dat al een overwinning.
