Laten we het even hebben over een fase waar veel vrouwen overheen kijken: de pre-menopauze. Oftewel, het moment waarop je langzaam maar zeker merkt dat je lichaam iets anders begint te doen dan je gewend bent – maar je hebt nog gewoon je menstruatie, dus kan het de overgang al zijn?

Spoiler: ja, dat kan. En hoe.

Je lichaam geeft het al een tijdje aan…

Het begint vaak met van die vage klachten. Je slaapt slechter, je humeur is wat wiebelig (zeg maar gerust dat je jezelf soms niet herkent), je cyclus is ineens korter of juist langer, je bent sneller moe en je libido… tsja, dat lijkt wel met vakantie.

Misschien heb je het geprobeerd af te schuiven op stress. Of de drukte van werk, gezin, het leven. En natuurlijk, die spelen ook mee. Maar vaak is dit het moment waarop je lichaam zegt: “Hallo daar! We zijn een beetje aan het voorbereiden op de grote hormonale verhuizing!”

Wat is de pre-menopauze nou eigenlijk?

De pre-menopauze is de fase vóór de echte menopauze (dat is de allerlaatste menstruatie, die je trouwens pas achteraf weet). In deze eerste fase gaan je hormonen al schommelen, vooral oestrogeen en progesteron, maar nog onregelmatig. Denk aan het langzaam aanzetten van een soort hormonale achtbaan.

Voor sommige vrouwen begint dit al rond hun 40e, bij anderen pas na hun 45e. Je kunt nog steeds zwanger worden in deze fase, maar je vruchtbaarheid neemt wel af. En nee, het is geen officiële diagnose die je arts je zomaar even vertelt. Vaak voel je het gewoon aan alles.

Klachten die je misschien herkent (maar niet altijd koppelt aan de overgang)

• Cyclus die onregelmatiger wordt (korter, langer, zwaarder, lichter – alles kan)
• Slecht slapen of midden in de nacht wakker worden zonder reden
• Wisselende stemmingen (van “alles is geweldig” naar “laat me met rust” in 3 seconden)
• Gewichtstoename, vooral rond je buik
• Duizeligheid of wazig hoofd (ook wel “brain fog” genoemd)
• Spier- of gewrichtsklachten
• Minder libido of vaginale droogheid
• Opvliegers of nachtzweten die ineens opduiken (ja, nu al!)

En dan komt die verwarring…

Je voelt dat er iets verandert, maar je menstruatie is er nog. Dus je huisarts zegt: “Tja, je zit nog niet in de overgang hoor.” Maar jij voelt: er klopt iets niet. En je bent niet gek. Je zit gewoon in de pre-menopauze.

Vaak is het een proces van zoeken, twijfelen, googelen (soms paniekerig om 3:00 uur ’s nachts) en vooral: jezelf afvragen waarom niemand je hier echt op voorbereid heeft. Serieus, waar is het handboek?

Wat kun je doen om je beter te voelen?

1. Luister naar je lijf

Je lichaam fluistert misschien nu nog – luister ernaar. Voel je moe? Gun jezelf rust. Merk je dat je zwaarder wordt, terwijl je hetzelfde eet? Misschien moet je voeding net even anders.

2. Beweeg, maar wees lief voor jezelf

Je hoeft geen topsporter te worden. Maar dagelijks wandelen, lichte krachttraining of yoga doen wonderen voor je energie, je humeur én je spieren.

3. Pas je voeding aan

In de pre-menopauze verandert je stofwisseling. Minder suiker, meer eiwitten, gezonde vetten, groenten en vooral: water. Minder wijn of koffie (ja, pijnlijk – maar eerlijk is eerlijk, ze kunnen je klachten verergeren).

4. Slaap is heilig

Maak van je slaapkamer een rustoord. Geen telefoon in bed, een vast avondritueel, magnesium of een natuurlijke thee helpen soms al enorm.

5. Praat erover

Met vriendinnen, met een overgangsconsulente, of gewoon met je partner. Het helpt zó als je merkt dat je niet de enige bent. Je hoeft het niet alleen te doen.

6. Supplementen (optioneel maar fijn)

Voor veel vrouwen helpt het om hun lijf een duwtje in de rug te geven. Denk aan:

• Magnesium: voor spieren en slaap
• Vitamine D: zeker als je weinig zon ziet
• Omega 3: goed voor je brein en hormoonbalans
• Ashwagandha of Rhodiola: voor stress
• Rode klaver of zilverkaars: fyto-oestrogenen die opvliegers kunnen verminderen

Overleg altijd even met een deskundige voor je iets slikt.

Jij verandert – en dat is oké

De pre-menopauze is de start van een nieuwe levensfase. Spannend? Ja. Frustrerend soms? Absoluut. Maar het is ook een kans om dichter bij jezelf te komen. Om te ontdekken wat je lichaam nodig heeft. Om je grenzen opnieuw te stellen.

En eerlijk? Hoe meer ik erover leerde en het ging omarmen, hoe beter ik me voelde. Niet omdat de klachten ineens verdwenen waren, maar omdat ik wist: ik ben bezig goed voor mezelf te zorgen. En dat is misschien wel het grootste cadeau dat je jezelf kunt geven.